Gambia
[met dank aan Wikipedia]
Gambia
Gambia, officieel de Republiek Gambia, is een land in Afrika dat grenst aan Senegal en de Atlantische Oceaan. Het land bestaat uit een tamelijk smalle strook langs de Gambia-rivier. Gambia is zo’n 250 kilometer lang en slechts enige tientallen kilometers breed.
Geschiedenis
Gambia maakte ooit deel uit van het Ghanese Rijk. De eerste schriftelijke bronnen zijn verslagen van Arabische handelaren uit de 9e en 10e eeuw. De Arabieren haalden slaven, goud, en ivoor uit het gebied via een handelsroute door de Sahara. In de 15e eeuw namen de Portugezen deze handel over via zeeroutes. Gambia maakte toen deel uit van het Koninkrijk Mali.
In 1588 verkocht de Portugese troonpretendent António van Crato de exclusieve handelsrechten op de Gambia-rivier aan de Engelsen. Koning Jacobus I van Engeland gaf in 1618 handelsrechten in Gambia en Goudkust aan een Brits bedrijf.
Aan het eind van de 17e eeuw en gedurende de 18e eeuw streden Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk om de macht in Senegal en Gambia. Bij de Vrede van Versailles van 1783 ging het gebied naar het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk behield een kleine enclave die in 1857 alsnog werd overgedragen. In 1889 werd overeenstemming bereikt over de grenzen. Gambia werd een Britse Kroonkolonie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht Gambia mee in Birma. In de hoofdstad Banjul maakte het Air Corps van het Amerikaanse leger tussenlandingen, en de haven werd gebruikt als tussenstop voor konvooien.
In 1962 werden algemene verkiezingen gehouden. Gambia kreeg zelfbestuur in 1963, en werd op 18 februari 1965 onafhankelijk. Het bleef lid van het Britse Commonwealth of Nations en was een constitutionele monarchie met de Britse koningin als staatshoofd. Korte tijd later stelde de regering voor Gambia om te vormen tot republiek. Het voorstel haalde niet de vereiste tweederde meerderheid. Op 24 april 1970 werd Gambia na een referendum alsnog een republiek.
Gambia werd geleid door president Sir Dawda Kairaba Jawara, die vijfmaal werd herkozen. Een coup in 1981 door Kukoi Samba Sanyang werd na een week neergeslagen met behulp van Senegal. De twee landen vormden in 1982 de confederatie Senegambia, gericht op het samensmelten van beide legers, de economie, en de munteenheid. In 1989 stapte Gambia uit de confederatie.
In juli 1994 volgde een nieuwe coup. De democratisch gekozen regering van Dawda Kairaba Jawara werd afgezet. Er kwam een voorlopig militair bewind onder leiding van luitenant Yahya Jammeh. Het militair bewind kondigde een terugkeer naar de democratie aan. In 1996 werd een commissie ingesteld die verkiezingen moest voorbereiden.
Yahya Jammeh, inmiddels opgeklommen tot kolonel, werd op 6 november 1996 ingezworen als president. Op 18 oktober 2001 werd hij herkozen voor een termijn van vijf jaar.
Ook bij de verkiezingen op 22 september 2006 werd hij opnieuw verkozen als president voor een periode van 5 jaar. In 1998 en 1999 bezette Gambia een niet-permanente zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
In 2016 won Adam Barrow de presidentsverkiezingen en versloeg daarmee Jammeh.
In 2016 won Barrow de presidentsverkiezingen met 45,5% van de stemmen en versloeg daarmee Jammeh.[2] Jammeh accepteerde zijn verlies, maar veranderde later van gedachte. Barrow vluchtte naar Senegal waar hij op 19 januari 2017 werd ingehuldigd op de Gambiaanse ambassade.[3] Twee dagen later ging Jammeh in ballingschap nadat hij de steun van leger en politie had verloren.[3] Barrow arriveerde in Gambia op 26 januari 2017.

Geografie
Kaart van Gambia
landgrenzen: 740 kilometer met Senegal
kustlijn: 80 kilometer
grootste rivieren: Gambia-rivier
laagste punt: 0 meter aan de Atlantische Oceaan
hoogste punt: 53 meter


Slavernij
Gedurende de periode van de trans-Atlantische slavenhandel werden 3 miljoen mensen uit de regio als slaaf naar Amerika gebracht. Hoeveel slaven door Arabieren zijn verhandeld via de route door de Sahara is onbekend. De slaven werden door Afrikanen aan Europeanen verkocht. Sommigen waren gevangengenomen in stammenoorlogen, anderen werden verkocht wegens schulden, of waren ontvoerd. Aanvankelijk kwamen de slaven in Europa terecht als bedienden. Later werden ze naar Amerika vervoerd. In 1807 werd de slavenhandel door de Britten afgeschaft. Zij probeerden ook een eind te maken aan de slavenhandel in Gambia zelf, aanvankelijk tevergeefs. De slavernij werd hier pas in 1906 afgeschaft.
Economie
Gambia heeft geen mineralen of ander natuurlijke rijkdommen. Vijfenzeventig procent van de bevolking leeft van landbouw en veeteelt. Daarnaast is er wat kleine industrie – hoofdzakelijk het verwerken van pinda’s, vis en huiden. Het toerisme neemt snel in belang toe. Naast toeristen die voor zon, zee en strand komen, reizen ook vogelaars naar Gambia, en verder Afro-Amerikanen die hier hun roots komen zoeken.
Bruto Nationaal Product: 2,6 miljard Amerikaanse dollar
werkloosheidspercentage: hoog
Armoede
Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties leeft in Gambia 61,3% van de bevolking onder de armoedegrens.
Staatsinrichting
Staatshoofd en regeringsleider: president Yahya Jammeh (tussen 1994 en 1996 ook hoofd van de militaire junta);
Parlement: National Assembly (een kamer) met 53 zetels; 48 gekozen door bevolking, 5 aangewezen door president; termijn van vijf jaar
Bestuurlijke indeling: Gambia is onderverdeeld in zes divisions, die op hun beurt verdeeld zijn in 37 districten.
Staatshoofden van Gambia
Staatshoofd Periode
Koningin Elizabeth II 1965-1970
Sir Dawda Kairaba Jawara (PPP) 1970-1994
Yahya Jammeh (APRC) 1994-heden
Premier van Gambia
Premier Periode
Rev. Pierre Sarr N’Jie (UP) chief minister 1962-1965
Sir Dawda Kairaba Jawara (PPP) 1965-1970
PPP= People’s Progressive Party (Progressieve Volkspartij) UP= United Party (Verenigde Partij) APRC= Alliance for Patriotic Reorientation and Construction (Alliantie voor Heroriëntatie en Wederopbouw)
Meer op Wikipedia